Philips Wouwerman. The Horse Painter of the Golden Age
Zowel
een adequate wetenschappelijke als een esthetische beoordeling van
Wouwermans vaardigheden was tot voor kort nog zeer moeilijk. De globale
omvang en de onoverzichtelijkheid van het aantal overgeleverde
schilderijen waren hiervoor verantwoordelijk.
Tevens waren talloze schilderstukken van zijn broers Pieter en Jan
Wouwerman, als van zijn imitators en opvolgers in heel Europa verkeerd
toegeschreven aan hem. Bovendien bemoeilijkte het geringe antaal
gedateerde schilderijen een betrouwbaar chronologisch overzicht over
zijn kunst.
Zodoende heeft Birgit Schumacher met haar tweedelige catalogus van de schilderijen van Philips Wouwerman twee doelstellingen nagestreefd:
Enerzijds
heeft zij uit de overgeleverde werken de schilderijen verwijdert, die
niet aan de stilistische criteria voldeden en daarom niet als
eigenhandig geschilderd kunnen worden gekenmerkt. Dientengevolge
reduceerde zij het tot dusver toegeschreven oeuvre van Wouwerman tot een
kernbestand van ca. 570 schilderijen.
De biograaf John
Smith, die in het begin van de 18e eeuw voor de erste keer een catalogus
samenstelde van de schilderijen van Wouwerman, veronderstelde ca. 800
werken. De kunsthistoricus Hofstede de Groot stelde in het begin van de
19e eeuw voor de tweede keer een zeer uitvoerige catalogus samen. Hij
vermoedde zelfs dat meer dan 1200 schilderijen eigenhandig door Philips
Wouwerman werden geschilderd.
Anderzijds
beoogt Birgit Schumacher hiermee, een bijdrage te leveren aan de
kunsthistorische waardering van Wouwermans vaardigheden in de spiegel
van zijn tijd.
Het algemeen tekstgedeelte beginnt met een uitgebreide biografie van de Haarlemse meester, die gebaseerd is op een diepgaand onderzoek in de archieven. Daarna volgt een omschrijving van zijn artistieke ontwikkeling en met enekele opmerkingen over de kunstenaarsfamilie Wouwerman.
Verder wordt door de schrifster aan de hand van historische bronnen het waarheidsgehalte van geruchten en speculaties, die door kunstbiografen uit vorige eeuwen werden overgelevered, herzien. Bovendien discuteert Birgit Schumacher de veranderlijke kijk op de reputatie van de kunstenaar in de kunsthistorische literatuur sinds de 17e eeuw.
Philips Wouwerman heeft waarschijnlijk, met uitzondering van een korte uitstap naar Hamburg, zijn heele leven in zijn geboorteplats Haarlem gewoond. Derhalve is het absoluut noodzakelijk zich een voorstelling te maken van de sociale- en economische situatie van Haarlem en zijn bewoners om beter inzicht te krijgen in Wouwermans kunst.
Vervolgens presenteert de schrifster een chronologie van de artistieke oeuvres van Wouwerman gebaseerd op gedateerde werken en zijn stilistische ontwikkeling, alsmede de evaluatie van zijn artistieke invloeden en voorbeelden. Aansluitend discuteert zij in een volgend hoofdstuk enkele geselecteerde iconografische motieven in zijn kunstwerken.
De
enorme productiviteit van Wouwerman werpt vragen op over de mogelijke
invloed van de toenmalige kunstmarkt, alsmede van het verzamelgedrag van
mogelijke kopers en opdrachtgevers, op de ontwikkeling en veranderingen
in vorm, stijl en inhoud van zijn schilderijen.
Tot
besluit van het eerste deel omschrijftBirgit Schumacher de artistieke
beroemdheid van de schilder bij het nageslacht in de 18e en 19e eeuw in
Europa.
In
het tweede tekstgedeelte, nl. de thematische catalogus van de
schilderijen, maakt zij onderscheid tussen de authentieke werken en de
twijfelaachtige en door haar afgewezen schilderstukken (uitsluitend
publieke collecties). Een lijst
met verloren gegane schilderijen uit de privécollecties en een
besprekking hierover, zijn vanwege plaatsgebrek in deze thematische
catalogus achterwege gelaten.
Een uitvoerige literatuurlijst biedt de geinteresseerde lezers de mogelijkheid dieper in te gaan op de lectuur.
In de tweede band worden zowel de schilderijen uit de catalogus, als vergelijkende afbeeldingen in zwart/wit of in kleur gedocumenteerd (voor zover beschikbaar).
Uitgegeven door Davaco Publishers, ISBN 90-70288-67-2 (=Aetas Aurea, Band 20)